De ouderwetse uitspraak: “Veel voor weinig” lijkt tegenwoordig op te gaan voor bijstandsgerechtigden die aan het werk worden gezet door de gemeente. Hard werken voor het minimum, vaak voorafgaand een werkstage van twee maanden en een tijdelijk contract. Een vaste aanstelling zit er over het algemeen niet in. Men moet wat terug doen voor de uitkering. Maar in hoeverre worden ze begeleidt naar duurzaam uitstroom?
Vakcentrale FNV heeft een eigen onderzoek verricht en is tot de slotsom gekomen dat bijstandsgerechtigden op weinig steun van hun gemeente kunnen rekenen als zij terug willen keren naar de arbeidsmarkt. Ruud Kuin vindt het belachelijk dat er trajecten worden aangeboden zonder loon terwijl er producten geleverd moeten worden. Dat is toch geen leertraject?
Staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken) zegde in juni van dit jaar de Tweede Kamer toe onderzoek te doen naar de arbeidsmarktpositie van werkenden in de bijstand. De staatssecretaris erkende in navolging van de FNV en de Kamer dat dit leidt tot “ingewikkeldheden”. Maar hoe nu verder?
Heijsa Advies traint en coacht in Vlaardingen WWB’ers naar betaalde banen voor het project West@werk. Het is geen gemakkelijke tijd om een baan te vinden, ook niet voor mensen met een korte afstand tot de arbeidsmarkt. Maar toch, toch kan het lukken en lukt het soms ook, met veel inspanning, veel doorzettingsvermogen en met het juiste netwerk. Overigens gaat het bij West@werk niet alleen om uitstroom naar betaald werk, ook participatie en wederkerigheid spelen een belangrijke rol in dit project. Binnen het project doen deelnemers nieuwe werknemersvaardigheden op, doen klussen voor hun wijk, helpen elkaar met het ontwikkelen van allerlei competenties en zijn zinvol bezig.